De kracht van de buurt: hoe bewoners hun leefomgeving groener en duurzamer maken

Ervaringen

‘Samen creëren we een wijk waarin we elkaar helpen en samenwerken aan een mooie toekomst.’ Met die woorden raakt Jolanda van der Meijde van Buurtbedrijf NuDe Toekomst de kern van wat steeds meer buurtbewoners in beweging brengt. Die beweging wordt vaak ‘de transitie’ genoemd. Dat klinkt misschien als een beleidswoord, maar het gaat om iets concreets: een samenleving waar we niet langer vooral nemen en gebruiken, maar juist samen bouwen aan welzijn en duurzaamheid.

Die omslag is broodnodig. De gevolgen van klimaatverandering en sociale ongelijkheid zijn overal voelbaar; van volle opvanglocaties tot verdorde voortuinen. Toch ligt de hoop niet alleen in grote internationale akkoorden, maar juist ook in kleine, lokale initiatieven. In buurten waar bewoners hun handen ineenslaan en de mouwen opstropen. Het Postcode Loterij Buurtfonds steunt deze aanjagers van verandering graag. Niet omdat ze alles al weten, maar omdat ze durven te doén.

In heel Nederland werken bewoners aan sociale verbinding, veiligheid, inclusie of zorg in hun wijk. Maar één thema valt steeds vaker op: vergroening en duurzaamheid. Klimaatverandering, stijgende energiekosten en de roep om gezondere voeding maken het urgenter dan ooit om leefomgevingen toekomstbestendig te maken. Steeds meer bewonersinitiatieven richten zich dan ook op vergroenen, lokaal voedsel, energie, afval en hergebruik, vaak sneller en creatiever dan gemeenten zelf.

Waar vergroening systeemverandering wordt

Bij veel van deze initiatieven gaat het dan ook om meer bomen, het aanleggen van tuinen of voedselproductie, maar de echte kracht zit in de manier waarop deze bewoners samenwerken, keuzes maken en eigenaarschap nemen. Het eerdergenoemde NuDe Toekomst is daar een goed voorbeeld van. In deze Wageningse wijk bouwen bewoners, samen met partners, aan een nieuwe lokale economie: met een groenbedrijf, een sociale keuken en duurzame aanpassingen in de wijk. Het resultaat? Meer zeggenschap, sociale samenhang en toekomstbestendigheid.

In Ten Boer, Groningen, laat Coöperatie Woldwijk zien hoe experiment en vertrouwen hand in hand gaan. Hier mochten bewoners tijdelijk buiten het bestemmingsplan bouwen. Het resultaat: een leefomgeving waarin tiny houses, zelfoogsttuinen en ecologische principes samenkomen. De gemeente gaf bewust ruimte aan deze experimenten en kreeg er waardevolle inzichten en energie voor terug.

Stichting NuDeToekomst

Als voedsel verbindt

Voedsel speelt opvallend vaak een sleutelrol. Neem Cascoland in Amsterdam Nieuw-West, waar een vervallen parkeerterrein is omgetoverd tot de Fruittuin van Moerkerken. Hier kweken buurtbewoners groente, plukken appels, koken samen in een kas en verkopen hun producten op de markt mét het verhaal van de maker erbij. Daarbij wordt ook bewust voedsel gered van verspilling: zo worden restanten van de naastgelegen markt gebruikt in de keuken. De Fruittuin is bovendien de thuisbasis van projecten als CascoConserven, het Vet!Lab en de Biogas Bakkerij: initiatieven die buurtbewoners bewust maken van voedselverspilling, afvalproductie en circulair hergebruik.

Of kijk naar de Voedsel hub in Nijmegen. Wat begon als een antwoord op voedselverspilling, groeide uit tot een sociaal distributiecentrum met leerwerkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zo worden niet alleen overschotten van voedsel verwerkt, maar ook nieuwe kansen gecreëerd.

Wat het bewoners oplevert en wat het kost

Wie meedoet aan zo’n project, merkt het al snel: er ontstaat verbinding, invloed, zelfvertrouwen. Mensen leren nieuwe vaardigheden, eten gezonder en voelen zich meer onderdeel van de gemeenschap. En omdat ze zélf aan de slag gaan met energie, afval of voedsel, groeit ook het bewustzijn over hun eigen rol in een duurzamere toekomst. Maar het is niet altijd een rechte weg omhoog. Bureaucratie, trage procedures, financiering die ophoudt na een pilotjaar; het zijn bekende struikelblokken voor veel initiatiefnemers.

En wat het vraagt van beleid

Gelukkig groeit ook het inzicht dat bewonersinitiatieven méér zijn dan leuke experimenten. Ze zijn broedplaatsen van beleid in de praktijk. Dat vraagt om lef van systeempartijen: gemeenten die ruimte geven, fondsen die niet alleen subsidiëren maar meedenken, maatschappelijke organisaties die bereid zijn oude werkwijzen los te laten.

Transfarmers in Den Bosch is daar een goed voorbeeld van. Door hun deelname aan het programma SAMEN ontstond er een netwerk waarin bewoners, fondsen en gemeente niet tegenover elkaar stonden, maar naast elkaar. De samenwerking leidde tot duurzame oplossingen, betere structuren én een groenere stad.

Van onderop, maar niet alleen

Wat al deze voorbeelden duidelijk maken: systeemverandering begint in de buurt. Bij bewoners die zeggen: ‘Wij wachten niet langer.’ Maar om die beweging duurzaam te maken, is meer nodig dan enthousiasme alleen.

Of het nu gaat om voedsel, energie, wonen of groen; systeemverandering begint klein, bij mensen die hun buurt beter willen maken. Maar ze groeit pas echt wanneer beleid meebeweegt en instellingen de moed hebben om nieuwe vormen van samenwerking te omarmen. Alleen samen maken we van die beweging van onderop een toekomst die echt van ons allemaal is.

Cascoland